De kracht van verbeelding

Onze omgeving verandert. Er komt meer ruimte voor lopen en fietsen, versteende pleinen worden groene ontmoetingsplekken en woonwijken worden klimaatbestendig ingericht. Maar terwijl beleidsmakers en ontwerpers vooruitkijken worstelen bewoners en ondernemers met de vraag: Hoe ziet dat er straks uit? Wat betekent dit voor mijn straat, mijn wijk, mijn dagelijks leven?

Die kloof tussen plannen en beleving zorgt voor weerstand en misverstanden. Beleidsmakers krijgen hun verhaal niet goed uitgelegd. Discussies lopen vast omdat iedereen iets anders voor zich ziet. Veel mensen kunnen zich simpelweg geen alternatief voorstellen en zonder een helder beeld blijft verandering abstract en ongrijpbaar. 

Een instrument dat we hierbij moeten inzetten is de kracht van verbeelding. Het kan helpen om plannen concreet te maken, om een gezamenlijke taal te vinden en om de discussie niet te laten verzanden in details, maar juist te versnellen. Door visualisaties, tijdelijke experimenten en andere vormen van verbeelding kunnen we niet alleen laten zien wat er verandert, maar vooral ook wat het ons oplevert.

Vijf varianten

Weerstand komt vaak voort uit een gebrek aan voorstelling van hoe het anders kan. Ik onderscheid vijf varianten om verbeelding in te zetten om verandering te ondersteunen.


1. Leren van bestaande voorbeelden

‘Als het daar kan, kan het hier ook’

Een eenvoudige manier om de verbeelding te prikkelen, is laten zien waar het al werkt. Steden met autoluwe straten, groene daken en levendige pleinen laten zien dat verandering mogelijk is. Dit inspireert, maar roept ook de vraag op: werkt dat ook hier, in ónze wijk?

Voor/na beelden laten goed de stap voorwaarts zien. Hieronder achtereenvolgens de Tuinstraten in Antwerpen, de Schoolstraten in Parijs, winkelstraat De Laat in Alkmaar, de vergroening van Leiden en een groene gevel in Parijs.


2. Visualiseer de visie

‘Zo zou het eruit kunnen gaan zien’

Beelden helpen om verandering tastbaar te maken. Dit kan via artist impressions van nieuwe projecten, maar ook met visionaire toekomstbeelden die een compleet nieuw stadslandschap schetsen. De herontwikkeling van de Rijnhaven in Rotterdam is bijvoorbeeld vertaald in indrukwekkende renders, waarin de grauwe haven transformeert tot een dynamisch, groen stadsdeel, met een strand, blije zwemmers en mensen met surfboards. De uitdaging hierbij is: deze renders kunnen te perfect ogen en ongeloofwaardig overkomen; bomen zijn altijd volgroeid en het is er altijd gezellig druk. Het is dan ook zaak realistische beelden aan te bieden. Laat ook zien hoe groot de bomen zijn bij oplevering of hoe de plek eruit ziet in de winter.

Impressie van het toekomstige park aan de Rijnhaven in Rotterdam.


3. Technologie als verbeeldingsmachine

‘Hoe kan mijn straat eruit zien?’

Met AI en digitale tools kunnen we letterlijk in beeld brengen hoe iedere straat eruitziet met een bredere stoep, meer spelende kinderen en een wadi. Door bestaande foto’s te transformeren, wordt een abstract plan plots concreet. De technologie ontwikkelt zich razendsnel, de resultaten worden steeds realistischer. Met de tool Dutch Cycling Lifestyle van het NBTC voldeden we aan de wens van heel veel mensen om van hun straat - waar ook ter wereld - een Nederlandse straat met meer fietsers en groen te maken. Een ander goed voorbeeld is de tool Urbanist.ai.

Met VR/AR technologie is het mogelijk om alvast in de toekomst rond te lopen, zoals hier bij de transformatie van het Driehoeksplein naar een groen park.


4. Tijdelijke interventies

‘De toekomst vandaag ervaren’

We weten allemaal, nog krachtiger dan kijken is ervaren. Door tijdelijke interventies laten we mensen ervaren hoe hun omgeving ook zou kunnen zijn. De Ciclovía in Bogota opent elke week de straten in de binnenstad om te kunnen fietsen, joggen en skaten. Afgeleide varianten daarvan als Vakantiestraten en Mont Royal summerstreets in Montreal leveren ook een andere kijk op de beschikbare ruimte. 

De zomerstraten in Montreal, Canada.

De succesvolle zomerstraten in Montreal, Canada.

De meest prestigieuze variant van tijdelijkheid was het project BOSK in Leeuwarden, waarbij een tijdelijk bos van meer dan 1.000 bomen maanden door de stad trok. Dit maakte vergroening letterlijk voelbaar voor bewoners en creëerde een collectieve ervaring. Veel mensen die aanvankelijk gekant waren tegen het project toonden zich nadien enthousiast en vroegen zich zelfs af of de bomen mochten blijven. 


5. De omgekeerde verbeelding

‘Wat als het altijd al zo was’

Soms werkt het om de vraag om te draaien. “Zou je hier dan niet meer willen wonen als er geen parkeerplekken meer voor de deur zijn?” Veel mensen komen bij het beantwoorden op deze vraag tot mildere conclusies.

Wat ook helpt is terugkijken in het verleden, laat zien hoe het er vroeger was op de betreffende plek. Denk aan de Catharijnesingel in Utrecht die is teruggebracht in oorspronkelijke staat. Het heet immers niet voor niets Catharijnesingel

Links de Catherijnesingel in de jaren ‘70, rechts de singel in huidige staat. Beeld: Okra.

Sowieso liggen in het verleden veel goede ideeën verborgen. In plaats van vooruit kijken kan het ook helpen om 40, 60 of 100 jaar terug in de tijd te kijken. Hoe zag het er hier uit? Zelf duik ik geregeld in het stedelijk archief van Rotterdam. Daar kwam ik onder andere onderstaand beeld tegen van een prachtig terras aan de Bergse Plassen bij Lommerijk. Het zou nu een instant succes zijn.

Terras bij Lommerijk aan de Bergse Achterplas in 1920. Uit: Stadsarchief Rotterdam

Helemaal krachtig wordt het als je perspectieven in de werkelijkheid projecteert. Filmmaker Rik van der Linden en Ark illustrator Jeroen Helmer brengen voor de film De Monding van Morgen toekomst en verleden terug op plekken in onze delta.

Toekomst en verleden van de Maasmonding, gevisualiseerd op de plek zelf door Jeroen Helmer


Wanneer zet je welke vorm in?

Welke vorm van verbeelding je inzet, hangt met name af van twee belangrijke variabelen;

1. De schaal van de ontwikkeling
Gaat het om een individuele straat, een wijk, een stad of zelfs een regio? Hoe groter de schaal, hoe abstracter en strategischer de verbeelding vaak moet zijn.

2. De tijdshorizon
Gaat het om een verandering op korte termijn (binnen enkele jaren) of een lange termijn visie (decennia vooruit)?

Dit levert een matrix op waarin verschillende strategieën het beste tot hun recht komen:


Wie mensen wil meenemen in verandering, moet ze eerst laten zien — en laten voelen —hoe die verandering eruitziet. Want als we het ons niet kunnen voorstellen, hoe kunnen we het dan realiseren?

Vorige
Vorige

We moeten weer van ons water gaan houden 

Volgende
Volgende

Zitten leidt tot lopen